Het college van Hoorn roept de raad op om samen na te denken over de toekomst van de startersleningen, die bedoeld zijn om beginnende huizenkopers te ondersteunen in de vastgoedmarkt.
Al sinds 2003 speelt de starterslening een cruciale rol in Hoorn door starters te helpen op de woningmarkt. Echter, de groeiende populariteit, stijgende rentetarieven en vervroegde aflossingen hebben de kosten van het programma aanzienlijk doen toenemen.
Jaarlijks bepaalt de raad het budget dat Hoorn zal toewijzen aan de startersleningen. Dit geld wordt beheerd door SVn, een organisatie waaruit leningen worden verstrekt aan beginnende huizenkopers. De gemeente leent zelf geld bij een bank om in dit programma te voorzien, waarbij rente verschuldigd is. De leningen worden terugbetaald door starters, waarna het geld opnieuw wordt geïnvesteerd.
De afgelopen jaren heeft de starterslening verschillende doelen gediend, waaronder het helpen van jongeren en jonge gezinnen om in Hoorn te blijven of terug te keren. Dit heeft geleid tot een aanzienlijke toename in het aantal verstrekte leningen.
In 2025 staat Hoorn voor enkele cruciale keuzes omtrent de starterslening. Het college heeft vier opties voorgesteld, elk met zijn eigen consequenties en effecten op de gemeentelijke financiën en de kansen van startende huizenkopers.
Indien gekozen wordt voor ongewijzigd beleid, blijft het budget hetzelfde als in 2024. Dit zal resulteren in meer leningen voor starters, maar verhoogt tevens de rentelasten voor de gemeente.
Bij deze optie wordt het jaarlijkse budget beperkt tot €3 miljoen. Hoewel dit de kosten voor de gemeente verlaagt, zal het aantal verstrekte leningen verminderen, waardoor kansen voor starters beperkter worden.
Mochten nieuwe leningen alleen gefinancierd worden door terugbetalingen van bestaande leningen, zal het aantal nieuwe leningen aanzienlijk afnemen. Dit brengt financiële uitdagingen met zich mee voor Hoorn.
Als ultieme maatregel kan de gemeente ervoor kiezen de startersleningen volledig stop te zetten, wat gunstig is voor de financiën maar indruist tegen de eerder gemaakte afspraken om starters te ondersteunen.
Naast budgettaire overwegingen kan de raad ook de voorwaarden van de starterslening aanpassen, zoals het instellen van een maximale leeftijd voor aanvragers of het beperken van het leenbedrag. Op 25 februari 2025 zal de meningsvormende raadscommissie bijeenkomen om te discussiëren over deze opties. Het college zal vervolgens de input van de raad verwerken in een definitief voorstel dat ter stemming wordt gebracht.