Column: Hondenbelasting… waarvoor eigenlijk?

Foto: Pkhamre

In deze column van redacteur en maatschappij-criticus John Francken die constateert: Al 571 jaar betalen we hondenbelasting, alleen weet inmiddels niemand meer waarom.
(door: John Francken)

Ook de gemeente Hoorn controleert of alle honden zijn aangemeld voor hondenbelasting. De controleurs bellen bij iedereen aan om te vragen of u één of meer honden heeft.

Dat betekent: Wie zijn/haar hond niet heeft gemeld bij de gemeente (en dat ook graag zo laat) kan bezoek verwachten van een meneer of mevrouw die het oor te luister legt om een eventueel ondergedoken viervoeter te kunnen traceren. Doel van deze exercitie is om alsnog via dit vriendelijke beestje een rekening aan de eigena(a)r(es) overleggen van (in het geval van Hoorn) € 67,11.

Achter de rechtvaardigheid van hondenbelasting kun je behoorlijk je vraagtekens zetten. En dat gebeurt ook in heel Nederland. En zelfs internationaal is er veel kritiek op het belasten van hondenbezit. Immers, waar betaal je eigenlijk voor?

Belastingopbrengst voor mensen met een ‘hondenleven
Om daar achter te komen moeten we terug tot diep in de geschiedenis. Om precies te zijn tot het jaar 1446. Toen werd in Utrecht de eerste hondenbelasting geheven… in de vorm van zout! Dat voorbeeld werd gevolgd door Leiden. Jaren later ging men over op een geldheffing, waarbij de opbrengst (ook toen al) niet bestemd was voor honden (opruimen poep etc.) maar voor de armen. De gedachte hierachter was dat honden veel voedsel aten dat arme mensen tekort kwamen. Door hondenbezitters belasting te laten betalen kon er dus voorzien worden in voedsel voor de armen. Zo ging ooit in Amsterdam de opbrengst van de hondenbelasting naar het Weeshuis en in Den Bosch naar het ‘Gasthuis van den Heiligen Geesten’.

Hondsdolheid
Maar er waren meer redenen om hondenbelasting te heffen. Zo vormden honden ook een probleem voor de volksgezondheid. Hondenbelasting werd dan ook ingezet als middel om het bezit van honden enigszins aan banden te leggen en daarmee hondsdolheid zoveel mogelijk te beperken.

Hondenbelasting eerste wegenbelasting
Nòg een reden om hondenbelasting te heffen was het gebruik van de hondenkar. Al vanaf het begin van de 17e eeuw werd de hond ingezet als trekdier, maar vooral in de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw werd veel gebruik gemaakt van de hondenkar. Het heffen van hondenbelasting kreeg daardoor enigszins het karakter van een eerste vorm van wegenbelasting. Overigens is het gebruik van de hondenkar sinds 1962 bij ons verboden. Daarmee was Nederland wel het ‘stoutste jongetje van de klas’ want in landen als Frankrijk en Engeland was het gebruik van honden als trekdier al verboden in de 19e eeuw.

Niet meer relevant
Samengevat kunnen we stellen dat de hondenbelasting nooit echt ten goede is gekomen aan de hond, maar de besteding in ieder geval, zij het met enige creativiteit, nog iets te maken had met onze trouwe viervoeter. Maar dat lijkt nu helemaal voorbij.

De hondenbelasting is namelijk geen bestemmingsbelasting. En dat betekent dat het geld ervan verdwijnt in de pot voor algemene middelen. Een gemeente kan dus hondenbelasting heffen, geen uitlaatplaatsen voor honden regelen, en de opruimplicht (en kosten) helemaal neerleggen bij de hondeneigenaar. En dat voelt niet helemaal eerlijk. Dat is dan ook de reden dat er al op diverse, soms subtiele manieren is geprobeerd om de hondenbelasting onderuit te halen.

Discriminatie en onethisch: Europese Hof de weg en de documenten kwijt
Zo diende de Duitse advocaat Elmar Vitt uit Salzhausen in 2012 een klacht in bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens met als eis de hondenbelasting af te schaffen. Hij beriep zich op het feit dat er sprake zou zijn van discriminatie, omdat de belasting niet geldt voor bijvoorbeeld katten, paarden en hamsters. Daarbij stelde hij zich op het standpunt dat het onethisch is om medeschepselen, door het fiscaal belasten, op één lijn te zetten met sigaretten, drank en het bezit van een tweede huis. Zijn klacht ging vergezeld van 120.000 handtekeningen van mensen die ageerden tegen de hondenbelasting. Dit zou toch voldoende moeten zijn voor het Europese Hof om er serieus naar te kijken.

Halverwege 2013 bleek echter anders. Drie ‘cruciale, tijdgebonden en onvervangbare documenten’ bleken bij het Europese Hof verloren gegaan! Ondanks het feit dat de rechter toegaf dat de fout aan zijn kant lag werd de termijn, binnen welke de klacht behandeld moest worden, niet verlengd. Dit zou procedureel niet mogelijk zijn, en dus werd de klacht niet behandeld. Het is een understatement te zeggen dat advocaat Elmar Vitt hier een ‘katterig gevoel’ aan heeft overgehouden.

Steeds meer gemeenten schaffen ‘blaftax’ af
Het lijkt erop dat inmiddels ook bij veel Nederlandse gemeenten het besef begint door te dringen dat hondenbelasting eigenlijk niet meer van deze tijd is. Geen van de argumenten die ooit opgingen voor het heffen ervan bestaan meer. Inmiddels is ongeveer 1/3e van alle gemeenten al afgehaakt (waaronder sinds 2016 ook Amsterdam en met ingang van 2018 ook Rotterdam) en van de gemeenten die nog volharden in het heffen van deze ‘blaftax’ is deze al in veel gevallen naar beneden bijgesteld.

Afschaffen als compensatie voor poepzakjes en gehoorzaamheidstraining
Laat ik voorop stellen: als ik de klok 50 jaar terugzet dan zie ik mijzelf meerdere malen per week met hondenpoep aan mijn schoenen thuiskomen. Regelmatig werd ik achterna gezeten door honden die mij niet alleen aardig vonden, maar in mijn kuiten ook een hapklare brok meenden te herkennen. Hoe anders is dat nu. De meeste hondeneigenaren nemen hun verantwoordelijkheid, gaan met de honden naar gehoorzaamheidstraining, ruimen de poep op en lijnen de honden aan waar dat gewenst is. Dit alles maakt het leven van alle stads- en dorpsgenoten een stuk prettiger.

Gemeenteraadsverkiezingen
Hoe redelijk zou het zijn om de hondeneigenaren die kosten maken voor gehoorzaamheidstrainingen en opruimzakjes tegemoet te komen door de hondenbelasting af te schaffen.

Wellicht een aardige tip voor de politieke partijen die het komende halfjaar weer stevig met elkaar in de clinch gaan op weg naar de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart 2018. Als er één ding is wat politici niet willen is dat ze in de ogen van de potentiële kiezers ‘de gebeten hond’ zijn. Kortom: dit is hèt moment om een eind te maken aan een 571 jaar oude traditie die ‘hondenbelasting’ heet.