Marleen Barth nieuw lid Raad van Toezicht GGZ NHN

Foto: GGZ NHN

Op 14 februari 2017 is, voormalig voorzitter van GGZ Nederland, Marleen Barth benoemd tot lid van de Raad van Toezicht GGZ Noord-Holland-Noord.

“Met de kennis die zij meebrengt vanuit diverse sectoren in de gezondheidszorg én de politiek, zijn wij verheugd dat Marleen Barth bereid is om toe te treden tot onze Raad van Toezicht”, vertelt Jos Brinkmann, lid raad van bestuur GGZ NHN.

De voormalig journaliste van dagblad Trouw vertegenwoordigde vier jaar de Partij van de Arbeid in de Tweede Kamer. Op dit moment is zij al zes jaar lid van de Eerste Kamer, als fractievoorzitter van de PvdA. Een gedreven vrouw met veel kennis over de zorgsector en in tal van bestuurlijke functies haar sporen heeft verdiend.

Marleen Barth: “Het is echt een eer dat ik, op voordracht van de cliënten- en familiemedezeggenschapsraad, mag plaatsnemen in de Raad van Toezicht. Een bijzondere positie, juist ook bij deze organisatie. GGZ Noord-Holland-Noord is in mijn ogen de meest innovatieve ggz-instelling van Nederland. Een voorloper als het gaat om doeltreffende behandeling van mensen met psychiatrische stoornissen en het optimaal ondersteunen van hun herstelproces. Daarnaast ben ik geboren en getogen in de regio en voelt mijn benoeming bij GGZ Noord-Holland-Noord ook een beetje als thuiskomen.”

Naast de formele kant van toezichthouden en het werkgeverschap voor de Raad van Bestuur fungeert Barth als klankbord voor de organisatie. Ook zal zij nauwe contacten onderhouden met de Cliënten- en Familie Medezeggenschapsraad van GGZ NHN, een raad volgens een nieuw model voor medezeggenschap, waar het belang van de cliënt en familie een gedeeld belang is en zij gezamenlijk optrekken.

Jos Brinkmann: “Marleen Barth heeft affiniteit met het behartigen van cliënten- en familieperspectief. In de tijd dat zij werkte voor de GGZ heeft zij zich altijd sterk gemaakt voor het verbinden van het belang van cliënten en hun naasten aan dat van de werkgevers binnen de GGZ sector.”

“Ik heb al kennis gemaakt met een aantal leden van de CFM-raad en ik kijk enorm uit naar onze samenwerking”; aldus Marleen Barth. “Het is boeiend om te zien wat het effect is van deze nieuwe manier van medezeggenschap. Hoe de gezamenlijke belangen van zowel cliënten als familie en naastbetrokkenen behartigd worden op het gebied van de kwaliteit van de zorg.”