Alleenstaande vergunninghouders gaan woning delen

Foto: Wikimedia

De gemeente Hoorn en woningcorporatie Intermaris willen voorkomen dat de wachttijd voor sociale huurwoningen de komende jaren verder oploopt. Alleenstaande vluchtelingen met een verblijfsvergunning gaan daarom voortaan een woning delen.

Door de verhoogde asielinstroom in Nederland moeten gemeenten meer vluchtelingen met een verblijfsvergunning (vergunninghouders) huisvesten. Hierdoor is de wachttijd voor sociale huurwoningen in Hoorn de afgelopen periode opgelopen met 2 à 3 maanden, bovenop de bestaande wachttijd van 4 à 5 jaar. Deze wachttijd neemt volgens het college van burgemeester en wethouders verder toe als de gemeente geen extra maatregelen treft.

Daarom besloot het college groen licht te geven voor het voorstel om alleenstaande vergunninghouders samen een woning te laten delen. Nu komt het voor dat alleenstaande vergunninghouders bij gebrek aan een kleinere woning een eengezinswoning aangeboden krijgen. Dat komt straks niet meer voor.

Om het woningdelen in goede banen te leiden, maakten woningcorporatie Intermaris en de gemeente Hoorn afspraken. Gezinnen krijgen net als nu een eengezinswoning aangeboden. Alleenstaande vergunninghouders gaan met maximaal één andere vergunninghouder een woning delen. Alleen als bekend is op welke datum de eventuele gezinshereniging is, krijgen alleenstaande vergunninghouders een grotere woning toegewezen.

Sociale huurwoningen met drie kamers kunnen gebruikt worden voor het woningdelen. Iedere vergunninghouder heeft een eigen af te sluiten slaapkamer. Zij delen de woonkamer en keuken. Woningen voor woningdelen zullen niet te veel naast elkaar worden aangeboden. Er mogen niet meer dan twee woningen naast elkaar worden gebruikt en maximaal vier per 200 meter.

Intermaris zal extra aandacht schenken bij woningdelen in de wijk, in de vorm van kennismaken en regels doornemen. De wijkconsulent of de medewerker Leefbaarheid gaat langs bij de woning en legt uit wat de regels zijn. Bijvoorbeeld: hoe om te gaan met vuilnis en het bijhouden van de tuin. De medewerker leefbaarheid zal regelmatig zichtbaar zijn wat betreft deze onderwerpen. De maatschappelijke begeleiding vanuit de gemeente zal intensiever zijn. Ook zal er meer beroep op vrijwilligers worden gedaan.